Na de kiezersopstand: Samenwerking in de Amsterdamse gemeenteraad
25 augustus 2019 - Ik heb dit artikel bijgewerkt. In de huidige versie ligt de nadruk op voorstellen die zijn aangenomen ondanks dat tenminste één coalitiepartij tegenstemde
De gemeenteraadsverkiezing van 21 maart 2018 draaide uit op een kiezersopstand. Vier nieuwe partijen werden in de raad gekozen, vooral dankzij kiezers in de minder rijke buurten aan de rand van de stad. Inmiddels zijn we bijna anderhalf jaar verder. Hoe verloopt de samenwerking tussen de gevestigde en de nieuwe partijen?
In dit artikel kijk ik naar een specifieke categorie voorstellen: moties en amendementen die zijn aangenomen ondanks de tegenstemmen van tenminste één coalitiepartij. Deze voorstellen zijn interessant omdat ze laten zien hoe partijen stemmen als ze zich niet onderwerpen aan coalitiediscipline. Ze leggen scheidslijnen binnen de coalitie bloot en laten zien hoeveel ruimte er is om aan het coalitiebeleid te sleutelen.
Laten we eerst kijken hoe er werd samengewerkt in de vorige raadsperiode. Er was een linkse meerderheid in de raad, maar de het stadsbestuur was relatief rechts. Tot op zekere hoogte slaagden oppositiepartijen erin om het beleid van de coalitie aan te passen. Interessant genoeg kwam het initiatief vaak van GroenLinks, PvdA, SP en D66. Dat zijn precies de partijen die in 2018 de huidige coalitie zouden vormen.
Het aandeel voorstellen dat werd aangenomen tegen de wil van tenminste één coalitiepartij is toegenomen van 7% in 2014, naar 26% in 2018. Een mogelijke verklaring is dat er geleidelijk steeds meer onderwerpen op de agenda kwamen waarover geen afspraken waren gemaakt in het coalitieakkoord. Maar het zou ook kunnen dat de samenwerking tussen coalitiepartijen steeds minder hecht werd.
De huidige coalitie is linkser dan de vorige en vormt een betere weerspiegeling van de raad als geheel. Dit verklaart misschien waarom er relatief weinig voorstellen worden aangenomen waarover de coalitie verdeeld stemt. Vanwege de kleine aantallen is enige voorzichtigheid op z’n plaats, maar even goed is het interessant om te kijken door deze voorstellen zijn ingediend.
Er lijken twee clusters te zijn. Eén bestaat uit de wat linksere oppositiepartijen BIJ1, DENK, ChristenUnie and Partij voor de Dieren en de coalitiepartijen GroenLinks en PvdA. Voor zover rechtse partijen erin slagen om het coalitiebeleid aan te passen, lijkt het initiatief vooral van VVD en CDA te komen.
Hieronder worden enkele onderwerpen genoemd waarover voorstellen zijn aangenomen tegen de wil van tenminste één coalitiepartij. Voor een deel weerspiegelt deze lijst welke onderwerpen al op de agenda van de raad hebben gestaan.
- Parkeren. Het stadsbestuur heeft ambitieuze plannen om meer ruimte te schappen voor een leefbare stad door het autoparkeren terug te dringen. De raad heeft kleine aanpassingen op het beleid aangebracht, bijvoorbeeld door uitzonderingen te creëren voor specifieke groepen autobezitters. D66, SP en PvdA stemmen meestal voor dit soort voorstellen; GroenLinks niet.
- Diversiteit. Hieronder vallen onder meer initiatieven om etnisch profileren bij preventief fouilleren tegen te gaan. Er is geen duidelijk patroon in de manier waarop wordt gestemd.
- Erfpacht. Het vorige stadsbestuur heeft het sociale erpachtsysteem aangepast door de mogelijkheid te bieden om de canon af te kopen. Daarmee wilde het woningbezitters een plezier doen. De deelname aan de regeling valt tegen, mede door capaciteitsproblemen bij de gemeente. De gemeenteraad heeft een aantal moties aangenomen waarin het stadsbestuur wordt opgeroepen om meer voorlichting te geven en waarin zelfs wordt aangedrongen om hiervoor een commercieel PR-bureau in te huren. De voorstellen werden gesteund door alle coalitiepartijen behalve GroenLinks.
Andere voorbeelden zijn het terugdringen van onzekere banen bij de gemeente (D66 tegen); de bouw van nieuwe hotels ontmoedigen (D66 tegen) en de politie makkelijker toegang geven tot beelden van particuliere beveiligingscamera’s (GroenLinks tegen).
De moties zijn hier te vinden.