Rood licht voor fietsers
In 2006 kozen Amsterdammers het Frederiksplein als de plek met het meest irritante verkeerslicht. Nu, tien jaar later, bieden de cijfers van de Fietstelweek een unieke kans om in kaart te brengen hoeveel tijd fietsers kwijt zijn bij stoplichten. Het resultaat zie je hierboven. De kaart laat nog heel wat rode stippen zien - plekken waar fietsers gemiddeld meer dan 30 seconden verliezen.
Sommige van die knelpunten stonden in 2006 al in de top–10 van irritante verkeerslichten, waaronder de toenmalige ‘winnaar’, het Frederiksplein. En veel rode stippen zijn onderdeel van het Plusnet Fiets, waar de gemeente streeft naar een gemiddelde verliestijd voor fietsers van maximaal 20 of 30 seconden.[1]
De waarnemingen geven een eerste indruk. Om precies te weten wat er aan de hand is zou je per kruispunt de situatie moeten analyseren. Op enkele plekken is een gemiddelde vertraging van meer dan twee minuten gemeten; wellicht is daar meer aan de hand dan alleen een vervelend verkeerslicht.
De gegevens van de Fietstelweek zijn verzameld in september. Sindsdien zal de situatie op sommige plekken veranderd zijn. Een goed voorbeeld is het Muntplein, waar je momenteel best vlot door kan fietsen - met dank aan wethouder Litjens. Een verandering die al was doorgevoerd voor de Fietstelweek is het uitzetten van de verkeerslichten op het Alexanderplein. En dat zie je: alleen maar groene stippen.
De Fietsersbond wil dat verkeerslichten beter worden afgesteld. Uit onderzoek blijkt dat dit een «zeer effectieve en bovendien relatief eenvoudige en goedkope manier [is] om snel(ler) door de stad fietsen mogelijk te maken». Maar het gaat niet alleen om technische aanpassingen; in het toekomstige beleid moeten ‘radicale keuzes’ worden gemaakt voor fiets- en voetgangersverkeer om te voorkomen dat de stad vastloopt.
Dit leek me een goede aanleiding om opnieuw een verkiezing te organiseren. Klik hier om je stem uit te brengen op het meest irritante verkeerslicht van Amsterdam - editie 2016.
Methode
De Fietstelweek is een initiatief van de Fietsersbond en een aantal adviesbureaus en onderzoeksinstellingen. Ruim 40.000 fietsers hebben in de week van 19 tot en met 25 september 2016 met een app op hun smartphone hun lokatie beschikbaar gesteld. De gegevens van de Fietstelweek zijn voor niet-commerciële doeleinden beschikbaar gesteld (dank!) onder de voorwaarde dat afgeleide producten ook als open data beschikbaar worden gesteld. De bewerkte gegevens van mijn analyse vind je hier en de code voor het verwerken van de gegevens hier en hier.
De gegevens van de Fietstelweek zijn beschikbaar in de vorm van routes, links (intensiteiten en snelheden) en knopen (vertragingen). De dataset met knopen bevat een variabele tijd. Dit is de vertraging over het traject van 50m voor tot 50m na dat punt, ten opzichte van de tijd die de fietser normaal over 100m zou doen (met dank aan Dirk Bussche van NHTV Breda university of Applied Sciences voor een toelichting op de gebruikte methode).
Er zijn gegevens beschikbaar over ruim 750.000 knopen. Ik heb ze in drie stappen gefilterd: alleen knopen in een vierkant rond Amsterdam; alleen knopen in de buurt van een verkeerslicht en alleen knopen met minstens 50 waarnemingen. Dit leverde 1.845 knopen op met totaal bijna 400.000 waarnemingen. Voor details over het filteren zie de scripts.
Gegevens over verkeerslichten zijn afkomstig van de gemeente.
Ik heb zelf overigens niet meegedaan aan de Fietstelweek. Daar heb ik nu wel een beetje spijt van. Volgende keer beter.
-
De gemeente hanteert als voorwaarde dat de gemiddelde wachttijd voor fietsers, gemeten op het drukste uur, niet meer dan 45 seconden mag zijn. Op het Plusnet Fiets geldt daarnaast een wenselijke maximale verliestijd van 20 seconden bij drukke oversteken en anders 30 seconden. De verliestijd is de wachttijd plus de ‘afrem- en optrekvertraging’. Dit zijn althans de uitgangspunten van de concept Afwegingsleidraad Verkeersnetten Amsterdam, een bijlage bij het nieuwe Beleidskader Verkeersnetten dat begin volgend jaar wordt vastgesteld. ↩